Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op grond van artikel 8: 88 Awb is het mogelijk herziening te vragen van onherroepelijk geworden uitspraken. In deze zaak speelde het volgende: Op 2 december 2002 verklaarde het Gerechtshof in Arnhem (nr. 01/01471) het beroep van een belastingplichtige tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1997 ongegrond. Het hiertegen ingestelde cassatieberoep werd door de Hoge Raad op 5 december 2003 (nr. 38.951) eveneens ongegrond verklaard.
Daarop diende de belastingplichtige op 25 maart 2004 bij het Hof een verzoek in tot herziening van de uitspraak (artikel 8:88 Awb). Het Hof meende dat het niet bevoegd was om zijn uitspraak te herzien en dat de belastingplichtige alleen de Hoge Raad kon verzoeken om herziening van het arrest van 5 december 2003.
Daarom werd het herzieningsverzoek doorgezonden naar de Hoge Raad (artikel 6:15 lid 1 Awb). Deze opvatting is onjuist. Na het door de Hoge Raad gewezen arrest is de uitspraak van het Hof onherroepelijk geworden en is het aan het Hof om over het herzieningsverzoek te beslissen. De Hoge Raad verklaart zich niet bevoegd om over het herzieningsverzoek te beslissen en zend het verzoek daarom terug naar het Gerechtshof in Arnhem.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1997
Instantie
HR
Datum instantie
17 december 2004
Rolnummer
40.607
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AR7765
bwbr0005537&artikel=8:119&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina