Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X stelt in deze procedure dat ten onrechte geen hoorzitting is gehouden voordat op 29 februari 2016 uitspraak op bezwaar tegen een legesbeschikking is gedaan.

Hij meent dat gelet op het bepaalde in artikel 7:9 Awb alsnog een hoorzitting gehouden moet worden voordat de Heffingsambtenaar uitspraak op bezwaar kan doen. Nu dit niet is gebeurd, verzoekt X Rechtbank Gelderland de zaak terug te wijzen naar de Heffingsambtenaar.

In artikel 7:9 Awb is bepaald dat wanneer na het horen aan het bestuursorgaan feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en zij in de gelegenheid worden gesteld daarover te worden gehoord.

De Rechtbank acht in het onderhavige geval geen sprake van schending van het bepaalde in artikel 7:9 Awb. De Heffingsambtenaar heeft met betrekking tot de vraag of is voldaan aan de opbrengstlimiet uitgebreid hoor en wederhoor toegepast. De Rechtbank ziet dan ook geen aanleiding de zaak naar de Heffingsambtenaar terug te wijzen.

De stelling van X dat de Heffingsambtenaar met kostprijsberekeningen 2014 niet inzichtelijk heeft gemaakt dat is voldaan aan het bepaalde in artikel 229b Gemw, hetgeen de Heffingsambtenaar betwist, is een geschilpunt dat ter beoordeling aan de rechter kan worden voorgelegd. Dat X, ondanks daartoe ter zitting in de gelegenheid te zijn gesteld, hiervoor niet heeft gekozen komt voor zijn rekening en risico. In ieder geval vormt een dergelijk verschil van inzicht geen aanleiding tot terugwijzen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
10 mei 2017
Rolnummer
16/2278
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2017:2596
NLF-nummer
NLF 2017/1311
Aflevering
8 juni 2017
bwbr0005416&artikel=229b,bwbr0005537&artikel=7:9

Naar de bovenkant van de pagina