Direct naar content gaan

Samenvatting

Tot de zogenoemde X-groep behoren een beleggingstak, een aannemingstak en een projectontwikkelingstak. A BV, die de beleggingstak vormt, heeft in 1995 een perceel grond gekocht in het uitbreidingsgebied van een gemeente. De grond is in 1999 aan A BV en aan een derde, C, geleverd, ieder voor de onverdeelde helft. In 2003 hebben A BV en C een gedeelte van de grond verkocht aan een 100% zustermaatschappij van A BV. Hierbij is een boekwinst behaald van 672.865 euro.
Het Hof heeft - voor zover van belang in cassatie - geoordeeld dat de door A BV verkochte grond vanaf de aankoop uitsluitend voor de omzet bestemd was en daarom niet als bedrijfsmiddel maar als voorraad gekwalificeerd moet worden. Het Hof heeft hierop de toepassing van de zogenoemde ruilarresten laten afstuiten.
De Hoge Raad overweegt dat de zogenoemde ruilarresten toepassing kunnen vinden op de ruil van alle soorten activa. Het oordeel van het Hof dat aan de toepassing van de zogenoemde ruilarresten niet wordt toegekomen omdat de grond niet als bedrijfsmiddel maar als voorraad gekwalificeerd moet worden, is derhalve onjuist. Aangezien uit de Hof-uitspraak of uit de stukken van het geding niet blijkt dat de X-groep de specifiek voor de toepassing van de zogenoemde ruilarresten benodigde feiten en omstandigheden voor de Rechtbank of het Hof heeft aangevoerd, kunnen de voorgestelde middelen echter niet tot cassatie leiden. Het cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
HR
Datum instantie
22 oktober 2010
Rolnummer
09.04077
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BO1393
bwbid=bwbr0&artikel=8,bwbr0011353&artikel=3.34a,bwbr0011353&artikel=3.36&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.25,bwbr0011353&artikel=3.34a,bwbr0011353&artikel=3.36&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina