Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een inwoner van Epe is eigenaar van een woning. Het ene gedeelte van deze woning wordt bewoond door de eigenaar en zijn gezin en het andere gedeelte krachtens vruchtgebruik door zijn ouders. In de woning is slechts één douche en één toilet aanwezig. Alle bewoners maken daar gebruik van. Epe stuurde zowel aan de eigenaar als aan zijn vader aanslagen rioolrecht voor het jaar 2001. In geschil is of de woning als één zelfstandige woonruimte moet worden aangemerkt dan wel dat er sprake is van twee zelfstandige woonruimten. In het eerste geval kan hetzij slechts de eigenaar, hetzij slechts zijn vader in de heffing worden betrokken. In het laatste geval kunnen zowel de eigenaar als zijn vader zelfstandig in de heffing worden betrokken. Het Hof verklaarde het beroep per vergissing gegrond terwijl uit de rechtsoverwegingen van het Hof moest volgen dat het beroep ongegrond was. Op het daartegen door Epe ingestelde cassatieberoep beslist de Hoge Raad dat het door de ouders bewoonde gedeelte slechts dan een afzonderlijke zaak is als daarvan in civielrechtelijke zin sprake is. Dat is het geval als er sprake is van twee onafhankelijk van elkaar te gebruiken bouwsels, die zich naar verkeersopvattingen lenen voor verticale splitsing van de eigendom (Hoge Raad, 29 mei 1985. nr. 22739, BNB 1985/234). Het Hof heeft daaromtrent echter niets vastgesteld. De zaak is verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2001
Instantie
HR
Datum instantie
30 september 2005
Rolnummer
40.315
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AU3550

Naar de bovenkant van de pagina