Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Ter zake van een in 1983 voor fl. 250.000 gekochte eigen woning heeft de eigenares in de jaren negentig een huurwaardeforfait aangegeven op basis van een waarde bewoond van 60% van fl. 100.000. Het Hof had uitspraak gedaan over een navorderingsaanslag 1992 en een primitieve aanslag 1995, waarbij de inspecteur het forfait had bepaald op basis van een waarde bewoond in de klasse tussen fl. 200.000 en fl. 283.333.
Het Hof had de aanslagen mede gehandhaafd door zich aan te sluiten bij de stelling van de inspecteur dat het van algemene bekendheid is dat de prijzen op de woningmarkt in de periode 1983 tot 1993 met circa 50% waren gestegen. Het had geoordeeld dat de eigenares door de waarde van de woning niet te verifiëren zich wetens en willens had blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de aangifte onjuist zou zijn.
De Hoge Raad leest de uitspraak aldus dat de eigenares bekend was met de algemene stijging van de woningprijzen en dientengevolge mede ermee bekend was dat als zij naliet de waarde van de woning te verifiëren en desondanks de aangifte deed zoals zij heeft gedaan, de aanmerkelijke kans liep dat de aangifte wat betreft de forfaitaire huurwaarde onjuist was en zich aldus willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans een onjuiste aangifte te doen. De uitspraak van het Hof is zo gelezen niet cassabel. Overigens was de aanvankelijk opgelegde boete reeds geheel kwijtgescholden en zijn de overige grieven met toepassing van artikel 81 RO verworpen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1992 en 1995
Instantie
HR
Datum instantie
13 februari 2004
Rolnummer
39.477
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AO3643

Naar de bovenkant van de pagina