Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in 2014 ter zake van een uit een andere lidstaat overgebrachte auto op aangifte een bedrag van € 938 aan BPM voldaan. X heeft bij de aangifte rekening gehouden met een waardevermindering wegens schade. De Inspecteur heeft X naar aanleiding van de aangifte uitgenodigd om de auto te tonen aan een medewerker van Domeinen Roerende Zaken te Soesterberg. X is op de uitnodiging niet ingegaan. Aan X is een naheffingsaanslag opgelegd, zonder rekening te houden met enig schadebedrag.

Voor Hof Arnhem-Leeuwarden was in geschil of de Inspecteur terecht heeft nageheven, en zo ja, of hij de naheffingsaanslag niet tot een te hoog bedrag heeft vastgesteld.

Het Hof heeft die vragen bevestigend beantwoord. Het Hof heeft hiertoe onder meer geoordeeld dat de staatssecretaris als regelgever niet buiten de hem in artikel 10, lid 8, Wet BPM gegeven delegatieruimte is getreden voor zover hij in artikel 8, lid 8, Uitv.reg. BPM heeft voorgeschreven dat de belastingplichtige het motorrijtuig moet tonen op een door de Inspecteur aan te wijzen plaats. Volgens het Hof is de beslissing van de Inspecteur om vast te houden aan de toonplicht in Soesterberg, ondanks de door X daartegen geuite bezwaren, niet onredelijk geweest. Deze beslissing is niet genomen in strijd met het Unierecht noch in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur waaronder het evenredigheidsbeginsel. Wat betreft de bewijsrechtelijke gevolgen van het niet voldoen aan de toonplicht heeft het Hof tot uitgangspunt genomen dat op X de last rust te bewijzen dat de aan de hand van een koerslijst bepaalde handelsinkoopwaarde moet worden verminderd in verband met schade aan de auto. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van meer dan normale slijtage, aldus het Hof.

X heeft cassatieberoep ingesteld maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond. De oordelen van het Hof inzake de (delegatiebevoegdheid ten aanzien van de) toonplicht en de bewijslast geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Alle middelen falen.

Zie ook de idem-zaak (NLF 2020/0590).

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HR
Datum instantie
20 februari 2020
Rolnummer
18/02853
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:317
Auteur(s)
Sacha Bothof
123BPM.NL
NLF-nummer
NLF 2020/0565
Aflevering
5 maart 2020
Judoreg
NFB3090
bwbr0005806&artikel=10&lid=8,bwbr0005806&artikel=10&lid=8,bwbr0005813&artikel=8&lid=8,bwbr0005813&artikel=8&lid=8

Naar de bovenkant van de pagina