Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

A BV brengt haar onderneming in in dochter X BV. Volgens het hof is het irrelevant of goodwill al of niet in de inbrengacte is vermeld. Normaliter moet in dat geval de goodwill bij X BV worden geactiveerd. Wel vindt het hof dat X BV met het opvoeren van een goodwill van fl. 558.915 overdrijft. Het acht namelijk bij de inbreng alleen “organisatie-goodwill” aanwezig en wel tot een bedrag van fl. 100.000. De inbreng heeft echter in 1988 plaatsgevonden en bovendien heeft A BV inmiddels de aandelen X BV afgestoten. Bij A BV kan daarom geen creditering wegens overinbreng meer plaatsvinden en kan derhalve niet meer worden nagevorderd. Dat verhindert dat in 1992 de foutenleer kan worden toegepast.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
19 december 2000
Rolnummer
97.1264

Naar de bovenkant van de pagina