Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Hof Den Bosch heeft in hoger beroep het onderstaande oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 februari 2013, nr. 12/2030, ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ7909, bevestigd.
De casus luidt als volgt:
Een man is werkzaam als zelfstandig anesthesiemedewerker. Hij heeft een opleiding tot verpleegkundige afgerond en is op grond daarvan opgenomen in het BIG-register. Daarna heeft hij een HBO-opleiding tot anesthesiemedewerker afgerond. Dat is geen BIG-gereguleerde opleiding. Voor het doorlopen van de opleiding tot anesthesiemedewerker is de vooropleiding tot verpleegkundige niet vereist. De man drijft een eenmanszaak en sluit in dat kader zogenaamde overeenkomsten van opdracht met ziekenhuizen en klinieken. De werkzaamheden bestaan uit verpleegkundige medische werkzaamheden in de functie van anesthesieverpleegkundige.
In geschil is of de diensten van de man als anesthesiemedewerker zijn vrijgesteld van omzetbelasting op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1°a, dan wel artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de Wet OB.
De Rechtbank acht aannemelijk dat de diensten van de man een essentieel onderdeel vormen van de behandeling van een patiënt gericht op diens genezing. Derhalve zijn de diensten aan te merken als gezondheidskundige verzorging van de mens in de zin van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1°a Wet OB. Volgens de Rechtbank voldoet de man ook aan de overige in het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M genoemde voorwaarden voor de vrijstelling. Hij heeft namelijk een BIG-opleiding tot verpleegkundige afgerond terwijl de opleiding tot anesthesiemedewerker een relatie heeft met de opleiding tot verpleegkundige. De door de man verrichtte werkzaamheden behoren voorts klaarblijkelijk tot de werkzaamheden waarvoor een anesthesist verantwoordelijk is, zodat wanneer de werkzaamheden door de anesthesist zelf worden uitgevoerd, die van omzetbelasting zouden zijn vrijgesteld. Gelet op het voorgaande voldoet de man aan de in het Besluit gestelde voorwaarden voor toepassing van de vrijstelling van omzetbelasting. De Rechtbank komt niet toe aan de overige stellingen van de man.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
4 oktober 2013
Rolnummer
13-00538
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2013:4516
bwbid=bwbr0&artikel=11

Naar de bovenkant van de pagina