Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Voor door een particulier als belegd vermogen verhuurd vastgoed - niet zijnde woningen - was afschrijving op grond van artikel 35 Wet IB 1964 mogelijk. Voor de vaststelling van de jaarlijkse afschrijving diende de historische kostprijs van de opstal door eliminatie van de prijs van de grond te worden vastgesteld. Het in totaal af te schrijven bedrag moest worden bepaald op het verschil tussen die historische kostprijs en de restwaarde. De restwaarde was de waarde van de opstal na ommekomst van de gebruiksduur. Die waarde moest worden vastgesteld met uitschakeling van ieder inflatoir element en van andere mogelijke waardeontwikkelingen. Het in totaal af te schrijven bedrag moest aan de hand van de gebruiksduur in jaarmoten worden verdeeld. Voor de ondernemer geldt hetzelfde systeem, maar hij splitst het vastgoed niet in grond en opstal. Ook hij bepaalt de restwaarde na de gebruiksduur met uitschakeling van ieder inflatoir element en andere waardeontwikkelingen. Alleen als het geval van BNB 1958/56 zich voordoet (een aanmerkelijke en blijvende verandering van de restwaarde) kan worden ingegrepen. Het gaat hier om tussenvonnissen waartegen geen cassatie mogelijk is.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
23 oktober 2003
Rolnummer
02.06980
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2003:AN7083

Naar de bovenkant van de pagina