Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(4)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een in 2006 overleden moeder heeft aandelen aan haar zoon gelegateerd. De verkrijgingsprijs van de aandelen was € 4.537. De zoon heeft de aandelen op 28 december 2007 aan een beleggingsmaatschappij verkocht.
Het hierbij behaalde voordeel van € 1.083.558 (€ 1.088.095 - € 4.537) is door de inspecteur als aanmerkelijk belangwinst belast.
In 2012 heeft de zoon met een beroep op dwaling de overeenkomst ter zake van de verkoop van de aandelen door middel van een buitengerechtelijke verklaring vernietigd. De beleggingsmaatschappij heeft in die vernietiging berust.
In deze procedure betoogt de zoon dat van een juridische fusie zonder belastingheffing is afgezien omdat een belastingambtenaar te kennen had gegeven dat ook bij aandelenoverdracht geen belastingheffing zou volgen. Hij beroept zich op in rechte te beschermen vertrouwen.
Volgens Hof Amsterdam heeft de zoon echter niet aannemelijk gemaakt dat zich omstandigheden hebben voorgedaan die bij hem de indruk hebben kunnen wekken dat in deze zaak sprake was van een bewuste standpuntbepaling.
De vernietiging van de (ver)koopovereenkomst kan volgens het Hof pas in het jaar waarin de vernietiging plaatsvindt leiden tot een verlies uit aanmerkelijk belang. Een dergelijke vernietiging (ook al heeft zij civielrechtelijk terugwerkende kracht) heeft geen gevolgen voor de in het onderhavige jaar van vervreemding in aanmerking te nemen winst uit aanmerkelijk belang.
De zoon heeft in 2007 winst uit aanmerkelijk belang genoten. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van Rechtbank Haarlem wordt bevestigd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
12 september 2013
Rolnummer
11/00726
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:3916
bwbid=bwbr0&artikel=4.46

Naar de bovenkant van de pagina