Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Voor het ontstaan van een fiscale eenheid tussen vennootschappen is tenminste nodig dat de meerderheid van de aandelen van elk van de vennootschappen middellijk of onmiddellijk in dezelfde handen is (HR BNB 1990/241). In het geval waarin een ( NV van een) fiscale eenheid die het bankbedrijf uitoefent met 480 gemeenten overeenkomt om van hen alle aandelen A NV, in totaal 4.351.200, over te nemen is vastgelegd dat de gemeenten op 21 februari 2000 2.175.607 aandelen zullen leveren, op 2 januari 2003 1.087.800 aandelen en op 4 januari 2005 de resterende 1.087.793. In verband met deze koop heeft A NV op 21 februari 2001 aan de koper 4.351.2000 cumulatief preferente aandelen uitgereikt en 27.596 preferente aandelen aan een derde (B BV). De gemeenten ontvangen van de koper per verkocht aandeel fl 606 en een cumulatief preferent aandeel van de koper. De koopsom betreffende de in 2003 en 2005 te leveren aandelen blijft de eenheid schuldig. Over die schuld betaalt hij rente. Ook neemt de eenheid 27.570 aandelen van personeelsleden over. Op 21 februari 2000 bezit de eenheid 49,9998516% van de gewone en cumulatief preferente aandelen A NV, de gemeenten 49,6850381% en B BV 0, 3151104%. De inspecteur weigert A NV per 21 februari 2000 in de eenheid op te nemen. Dat corrigeert het Hof. Het vindt dat niet alleen het aandelenbelang van de eenheid in A NV beslissend is maar de positie van de eenheid ten opzichte van A NV in haar geheel. Die vindt het Hof alles bijeen zo sterk dat de bedrijfsvoering van A NV overwegend door de eenheid wordt beheerst.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
11 februari 2002
Rolnummer
01.2026

Naar de bovenkant van de pagina