Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(39)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In het jaar 2000 starten onderhandelingen met de gemeente over de verkoop van een tuinbouwbedrijf in verband met een gepland industrieterrein. In dat jaar worden de activiteiten van het bedrijf gestaakt. De onderhandelingen worden afgerond in 2003 en de levering van het bedrijf vindt plaats in 2004. De door de gemeente betaalde koopsom is 2.000.000 euro. Hierin is ook een bedrag voor de privéwoning begrepen. De woning en bedrijfsopstallen worden vervolgens gesloopt.
De inspecteur heeft zowel bij de man als bij de vrouw stakingswinst belast in het jaar 2004.
Dat achten Rechtbank Haarlem en Hof Amsterdam terecht.
Verantwoording van de stakingswinst in het jaar 2000 is niet mogelijk. Nu al in 2000 sprake was van de intentie om de grond aan de gemeente te verkopen, is ultimo 2000 sprake van het aanhouden van tot het (verplichte) ondernemingsvermogen behorende onroerende zaken in afwachting van een geschikte gelegenheid tot verkoop ervan.
Goedkoopmansgebruik staat in beginsel wel toe de stakingswinst in het jaar 2003 (jaar verkoopovereenkomst) te verantwoorden, aldus het Hof. Doordat de aanslag 2003 wegens termijnoverschrijding is vernietigd, kan echter niet meer worden teruggekomen op de gedane aangifte. De winst dient daarom in 2004 (jaar levering) te worden verantwoord.
Het Hof oordeelt verder dat het erf en de ondergrond van de woning nog steeds tot het ondernemingsvermogen behoorde. Het echtpaar maakt niet aannemelijk dat zij op enig moment erf en ondergrond van de woning hebben overgebracht naar privé. De hiermee behaalde boekwinst behoort ook tot de stakingswinst.
Het Hof corrigeert de Rechtbank nog op het volgende punt. De van de gemeente ontvangen rentevergoeding had de inspecteur geheel tot de stakingswinst gerekend. Het blijkt echter dat deze vergoeding ook deels betrekking heeft op het privévermogen. Dit deel blijft daarom onbelast.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
6 februari 2014
Rolnummer
12/00024
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:403
bwbid=bwbr0&artikel=3.25

Naar de bovenkant van de pagina