Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Van een in Nederland gevestigde BV (in casu een tussenholding met 7 werkmaatschappijen) kan met betrekking tot een in België wonende directeur/groot-aandeelhouder (van de moedermaatschappij) alleen loonbelasting worden gevorderd indien hij feitelijk loon geniet en over geen hoger bedrag dan het feitelijk genoten loon. Als geen sprake is van feitelijk genoten loon of van een laag loon verbiedt het Verdrag met België toepassing van artikel 12a LB dat de heffing van loonbelasting voorschrijft over tenminste het zogenaamde “gebruikelijke” loon. Anders dan de inspecteur aanvankelijk oordeelde kan een belastingplichtige die bij suppletieaangifte nog af te dragen loonbelasting aangeeft (en afdraagt) tegen die aangifte in bezwaar en beroep komen. In zo’n geval is geen naheffingsaanslag over het aangegeven en afgedragen bedrag meer mogelijk. Deze procedure is aan ons toegezonden door Mazars Paardekooper en Hoffman, waarvoor onze dank.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
6 september 2001
Rolnummer
00.3486

Naar de bovenkant van de pagina