Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In een inrichting kunnen de klanten tegen een eenheidsprijs gebruik maken van een saunabad, een buitenbad met terras, douches, whirlpools, een badgedeelte, een bioscoopzaal en “werkkamers” waar men zich met in de inrichting beschikbare prostituees tegen afzonderlijke betaling kan afzonderen. De inrichting verschaft de klanten ook, in de vorm van een buffet, ontbijt en avondeten. Afgezien van alcoholhoudende dranken is ook de horecavoorziening in de eenheidsprijs begrepen.
De exploitant splitst haar prestaties in drieën te weten (1) de exploitatie van een sauna- annex badinrichting, (2) de exploitatie van een horecabedrijf en (3) de exploitatie van ontspanningsruimten.
De inspecteur en de rechters kwalificeren de prestaties van de exploitant - met veel verwijzingen naar de EU-jurisprudentie - als één ondeelbare dienst, namelijk het gelegenheid geven tot seksueel vermaak en oordeelt het standpunt van de exploitant zelfs niet pleitbaar, waardoor ook de (lage) vergrijpboete in stand blijft. Ook komt de dienst niet voor de vrijstelling van attractieparken en dergelijke in aanmerking. Het beroep op algemene rechtsbeginselen blijkt eveneens kansloos.

De Hoge Raad heeft op 31-01-2014 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 12.01314)

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
27 januari 2012
Rolnummer
10/00779
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2012:BV9818
11&g=2007-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=7,bwbid=bwbr0&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina