Direct naar content gaan

Samenvatting

Een BV die twee renpaarden bezit neemt deel aan drafwedstrijden. Met die paarden vergroot zij haar naamsbekendheid. De prijzen die de paarden behalen rekent zij tot haar winst. Per saldo kosten de paarden haar in 1996 fl. 26.632. Het Hof had daarvan fl. 6.658 aftrekbaar geacht omdat geen redelijk handelend ondernemer voor de aldus gerealiseerde vergroting van zijn naamsbekendheid meer zou hebben uitgegeven. De Hoge Raad stelt voorop dat - anders dan wel uit HR 21 september 1994 nr 29.199 BNB 1995/15 is afgeleid - door een BV gedane kosten alleen dan niet ten laste van de winst kunnen worden gebracht indien en voor zover zij zijn gedaan ter bevrediging van behoeften van de aandeelhouder(s). De Hoge Raad leidt uit de motivering van het Hof af dat de voor de paarden gemaakte kosten voor ¾ gediend hebben voor de voldoening aan de behoeften van de aandeelhouder van de BV die een paardenfanaat is. Dat heeft het Hof in de lezing die de Hoge Raad aan de uitspraak geeft anders dan A-G Van Kalmthout oordeelde genoegzaam gemotiveerd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Dividendbelasting
Belastingtijdvak
1996
Instantie
HR
Datum instantie
14 juni 2002
Rolnummer
36.453
ECLI
ECLI:NL:HR:2002:AB2865
bwbr0002515&artikel=3&lid=1,bwbr0002672&artikel=7&lid=1,bwbr0002672&artikel=16,bwbr0002672&artikel=16&lid=1,bwbr0002672&artikel=8&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.2,bwbr0011353&artikel=3.30a,bwbr0011353&artikel=3.8

Naar de bovenkant van de pagina