Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Staatssecretaris Bos heeft een besluit gepubliceerd waarin wordt goedgekeurd dat de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 een bijzondere omstandigheid vormt die een keuzeherziening rechtvaardigt van vermogensbestanddeel die tot het keuzevermogen behoren. Belastingplichtigen hoeven dus niet aannemelijk te maken dat zij destijds een andere keuze zouden hebben gemaakt als de Wet IB 2001 toen al zou hebben gegolden. De keuzeherziening dient plaats te vinden op 1 januari 2001, ongeacht of sprake is van een gebroken boekjaar.
Ter zake van de keuzeherziening wordt het resultaat belast volgens het regime en de tarieven van de Wet IB 2001. Wordt het vermogensbestanddeel overgebracht naar het privé-vermogen, dan zal het met ingang van het kalenderjaar 2001 doorgaans deel gaan uitmaken van de grondslag van box 3, behoudens de eigen woning, die in box 1 onder het regime van afdeling 3.6 komt te vallen.
Wordt een vermogensbestanddeel overgebracht naar het ondernemingsvermogen, dan geschiedt dit naar de waarde in het economische verkeer bij het begin van het kalenderjaar 2001, en ontstaat een evenwichtig resultaat als dit vermogensbestanddeel geacht wordt geen deel te hebben uitgemaakt van de grondslag van box 3.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2001 >
Instantie
MvF
Datum instantie
23 mei 2001
Rolnummer
RTB2001/220M

Naar de bovenkant van de pagina