Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een man werkte tot 2001 fulltime in loondienst en ontplooide vanaf 2001 voor een eigen vennootschap verzekeringsactiviteiten. Daarnaast houdt hij zich bezig met het fokken van Arabische volbloedpaarden. In 1998 heeft hij één paard in privé aangekocht en in 1999 heeft hij in privé vijf Arabische volbloedpaarden gekocht. Met ingang van 1 januari 1999 is hij een eenmanszaak gestart waarvan de activiteiten uit het fokken en de verkoop van volbloedpaarden bestaan. Hij heeft de zes paarden per 1 september 1999 in de onderneming ingebracht. De inspecteur heeft over de jaren 1999 tot en met 2002 (navorderings)aanslagen opgelegd waarbij hij de aangegeven ondernemingsverliezen heeft gecorrigeerd.
In hoger beroep oordeelt het Hof dat de inspecteur mag navorderen. De enkele omstandigheid dat een belastingplichtige gedurende enkele jaren verliezen aangeeft uit een door hem gestelde, gestarte onderneming, is niet voldoende om te concluderen dat de inspecteur in redelijkheid aan de aangiften had behoren te twijfelen. Het antwoord van de man op vragen bij het regelen van de aangifte voor het jaar 2002, vormt een feit als bedoeld in artikel 16 AWR.
Het Hof volgt voorts het oordeel van de Rechtbank dat ter zake van de paardenfokkerijactiviteiten reeds vanaf de aanvang geen positief voordeel viel te verwachten. De activiteiten vormen geen bron van inkomen.
De stelling van de man dat de hypotheekrente eigen woning tot een te laag bedrag in aanmerking is genomen, wordt tenslotte door het Hof verworpen. De man heeft niet aannemelijk gemaakt dat een deel van de hypotheekrente van de eigen woning ten laste van de winst uit onderneming is gebracht.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1999-2002
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
23 juni 2011
Rolnummer
08/01282
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ9592
bwbid=bwbr0&artikel=16,bwbid=bwbr0&artikel=3.2

Naar de bovenkant van de pagina