Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(10)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een BV, die in vastgoed belegt, heeft begin 2004 een HIR ter grootte van 9.256.644 euro. In dat jaar worden de aandelen van die BV overgedragen. De leveringsakte is van 9 september 2004.
Ter vermijding van de toepassing van artikel 15e van de Wet op de vennootschapsbelasting sluit de BV nog dezelfde dag bij dezelfde notaris obligatoire overeenkomsten ter zake van de aankoop van een reeks onroerende zaken en wel deels vlak voor de levering van de aandelen deels vlak erna. Het gaat hier om zaken waarvan het belang reeds vóór de hier beschreven transacties bij de koper van de aandelen berustte. De BV boekt de HIR af op die onroerende zaken.
Daarmee gaat Hof Amsterdam niet akkoord. Het vastgoed kan pas geactiveerd worden en er kan dus pas op worden afgeschreven als de volle economisch eigendom op de koper is overgegaan en dat blijkt niet uit de obligatoire overeenkomsten. Dat blijkt wel uit een in juli 2004 met betrekking tot een andere onroerende zaak gesloten obligatoire overeenkomst en die kan wel voor een afschrijving uit de HIR worden benut. Het Hof verwerpt namelijk de stelling van de inspecteur dat het uiteindelijke belang bij de aandelen van de BV reeds vóór 9 september 2004 is overgegaan en eveneens de door de inspecteur bepleitte toepassing van fraus legis vanwege de omstandigheid dat het door de BV verkregen vastgoed afkomstig was van de verkrijger van de aandelen. De inspecteur krijgt grotendeels gelijk.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
21 februari 2013
Rolnummer
11/00499
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3314
bwbid=bwbr0&artikel=15e

Naar de bovenkant van de pagina