Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bovenstaand arrest betrekking hebbend op het jaar 1987 is kennelijk niet gepubliceerd, dat is kennelijk ook niet het geval met het arrest betrekking hebbende op het jaar 1989. Het betreft een man die in 1987 een ernstig auto-ongeluk heeft gehad waarbij hij hersenletsel heeft opgelopen. Hij was in 1987 nog directeur en medeaandeelhouder van een Jacht- en scheepsbouw BV. Na 1986 heeft hij geen aangiften IB meer gedaan. Voor 1987 heeft de inspecteur hem ambtshalve een aanslag IB naar een belastbaar inkomen van fl. 75.000 opgelegd. Zijn adviseur berekent een belastbaar inkomen van fl. 13.725. De man bestookt het Hof met vele tientallen stukken, maar een aangifte is daar niet bij. Hij legt veel verklaringen af die met zijn inkomen te maken kunnen hebben maar samenhang zit daar niet in. Hij wil ook vele getuigen laten komen, maar uiteindelijk hebben die volgens hem toch geen nut. Hij wil nog wel een ambtenaar als getuige horen, maar ook die zou niets zinnigs kunnen verklaren en aan dat aanbod gaat het Hof voorbij. Een door de inspecteur aangeboden compromis wil de adviseur wel aanvaarden maar de man niet. Uiteindelijk verklaart het Hof met omkering van de bewijslast het beroep ongegrond.

De Hoge Raad heeft op 11-08-2006 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 40.947)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
29 januari 2004
Rolnummer
01.02548
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2004:AO3440

Naar de bovenkant van de pagina