Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Einduitspraak Hoge Raad 5 oktober 2001, nr. 36.857.
Een pensioenvennootschap zorgt in 1991 voor de oudedagsvoorzieningen van haar directeur en zijn echtgenote. In deze BV werd voorheen een groothandel in en voor fabricage van verven, oliën en dergelijke gedreven. De gemeente Leeuwarden heeft de BV in 1991 aansprakelijk gesteld voor het verontreinigen van de bodem ten tijde van het bestaan van de groothandel.
Om de pensioenrechten veilig te stellen worden deze daarom in december 1991 overgedragen aan een BV waarvan een zoon van de directeur de DGA is.
De overdracht van de pensioenpot geschiedt naar een waarde die de betrokkenen hebben vastgesteld op fl. 523.028 De inspecteur vindt echter dat de waarde van de overgedragen verplichtingen hoogstens op fl. 414.702 kan worden gesteld.
Het verschil van fl. 108.326 merkt hij aan als een uitdeling. Dat vindt het Hof ook. De aangifte Vpb is terecht door de inspecteur gecorrigeerd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
22 maart 2002
Rolnummer
01.02509

Naar de bovenkant van de pagina