Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(15)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak is in geschil of de belastingrechter (Hof Den Haag) of de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State bevoegd is het hoger beroep te behandelen tegen een dwangsombeschikking van de inspecteur als bedoeld in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht. De inspecteur heeft aan een man bij beschikking niet de gevraagde dwangsom toegekend wegens niet tijdig beslissen op een verzoek (bezwaar) om (ambtshalve) vermindering van een aanslag inkomstenbelasting. Volgens A-G IJzerman is de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) de bevoegde (hoger) beroepsinstantie en dient het Hof de zaak ter verdere beoordeling door te zenden naar de Afdeling.
Voorts zou de A-G de eventuele toekenning van een proceskostenvergoeding voor de Rechtbankfase eveneens willen overlaten aan de Afdeling.
Conclusie: doorzenden ter verdere beoordeling.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
A-G
Datum instantie
31 maart 2013
Rolnummer
12/02872
ECLI
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5793
bwbid=bwbr0&artikel=4:17

Naar de bovenkant van de pagina