Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Verwijzingszaak Hoge Raad 13 januari 2006, nr. 41.679.
Aan een belastingplichtige is onder meer een navorderingsaanslag IB 1992 ad fl. 127.815 opgelegd (met 100% boete) die door Hof Amsterdam, behoudens de boete, is gehandhaafd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Amsterdam wegens schending van een goede procesorde vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Haag. De belastingplichtige was directeur en enig aandeelhouder (verder: dga) van een BV. In de jaren 1992 tot en met 1995 zijn provisiebetalingen die aan de BV toekwamen per abuis ten goede van de dga in rekening courant geboekt. De betreffende bedragen zijn steeds in feite ter beschikking gelaten van de BV en door haar en ten behoeve van haar aangewend. Gesteld noch gebleken is dat van de op deze bankrekening gestorte bedragen door de dga enige uitgave in privé is gedaan. Volgens het Hof heeft de inspecteur onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die zouden kunnen leiden tot de oordelen dat de dga de betreffende betalingen als vermomd dividend van de BV heeft genoten en dat de dga en de BV zich ervan bewust zijn geweest dat de BV een deel van de door haar genoten winsten aan haar aandeelhouder ten goede liet komen. Aldus is niet aannemelijk geworden dat de BV voor de jaren 1992 tot en met 1995 uitdelingen van winst aan de dga heeft gedaan. In de omstandigheid dat de BV voor de heffing van de vennootschapsbelasting in winstcorrecties heeft berust, ziet het Hof een aanwijzing voor de juistheid van de stellingen van de dga. Het Hof vernietigt de navorderingsaanslag(en).

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1992
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
21 april 2009
Rolnummer
06/00007
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ4735

Naar de bovenkant van de pagina