Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In 1987 heeft een ondernemer van zijn vader het pand aangekocht dat hij voordien huurde. De benedenverdieping van dit pand is ingericht en in gebruik als winkelruimte voor belanghebbendes onderneming. De ondernemer bewoont samen met zijn gezin de bovenverdieping. Het pand is vanaf de aankoop geheel verantwoord op de ondernemingsbalans. Als het pand in 2000 wordt verkocht, wordt op de bovenwoning een winst gerealiseerd van fl. 115.814. In geschil is of de op de bovenwoning gerealiseerde boekwinst is belast als winst uit onderneming. De Rechtbank stelt vast dat met de aankoop van het pand in de bewoning van de bovenverdieping en het gebruik van het pand in het algemeen geen wijziging is aangebracht. De Rechtbank acht aannemelijk dat de vader er mee zou hebben ingestemd om het pand vóór de verkoop te splitsen en alleen hetzij de bovenverdieping, hetzij de benedenetage aan zijn zoon te verkopen. De Rechtbank stelt voorts vast dat tussen partijen niet in geschil is dat het pand splitsbaar is en was, zodat de beslissing om de bovenverdieping te kopen geheel in de privé sfeer lag. De inspecteur heeft volgens de Rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat dit besluit is ingegeven door het belang van de onderneming en evenmin dat de bovenverdieping ook ten behoeve van de winkel werd gebruikt. Het bovenwoning kwalificeert daarom als verplicht privé-vermogen en had als zodanig geëtiketteerd moeten worden. De boekwinst is onbelast.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
Rechtbank Breda
Datum instantie
22 mei 2006
Rolnummer
05/2595
ECLI
ECLI:NL:RBBRE:2006:AX8965

Naar de bovenkant van de pagina