Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemachtigde van een belastingplichtige heeft twee maal, zeer kort v贸贸r de zitting van het hoger beroep bij het Hof, uitstel van de mondelinge behandeling gevraagd wegens priv茅-omstandigheden. Het tweede verzoek om uitstel is door het Hof afgewezen. Reden hiervoor is onder meer dat de gemachtigde na het eerste uitstel kennelijk geen maatregelen heeft getroffen voor zijn vervanging of voor het verschijnen van de belastingplichtige ter zitting. Het Hof overweegt dat een doelmatige procesgang zwaarder weegt dan het opnieuw uitstel verlenen van de zitting, waarbij komt dat door de inspecteur ter zitting van 8 september 2009 niets aan de stukken is toegevoegd dat voor het doen van uitspraak van belang is. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank dat betalingen van alimentatie aan de ex-echtgenote alsmede uitgaven ter zake van levensonderhoud van de kinderen niet aannemelijk zijn gemaakt. In principe zou wel een bedrag van 373 euro (het eigenwoningforfait) als alimentatie in aftrek kunnen worden gebracht maar dit bedrag wordt gecompenseerd met een bedrag van te veel in aftrek aanvaarde premies lijfrenten. De uitgaven die de belastingplichtige in verband met het overlijden van zijn broer heeft gedaan, kunnen niet als buitengewone uitgaven in aftrek worden gebracht, nu gesteld noch gebleken is dat sprake is van een bij de belastingplichtige inwonende zorgafhankelijke broer, zoals bedoeld in onderdeel g van genoemd artikel 6.16 Wet IB 2001.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
24 september 2009
Rolnummer
07/00448
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ9422

Naar de bovenkant van de pagina