Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In een tweetal gevallen staat het Hof de vrijgestelde kostenvergoeding van 30 procent /35 procent voor jeugdige buitenlandse voetballers die door een Nederlandse prof-club zijn aangetrokken niet toe.
De ene is geboren in Afrika in 1982, waar hij tot 1996 voor een voetbalclub speelde. Hij is in april 1996 bij een Nederlandse profclub stage gaan lopen en heeft op 6 mei 1999 een contract van vijf jaar voor volwassen spelers gekregen, waarin hem een minimumjaarinkomen van fl. 221.250 werd gegarandeerd. Hij heeft vanaf april 1996 steeds in Nederland gewoond. Aan de Afrikaanse voetbalclub is een transfersom betaald. Het Hof wil wel aannemen dat het hier om een uitzonderlijk talent gaat, maar oordeelt dat dat voor toepassing van de specialistenregeling niet voldoende is. Daarvoor moet de voetballer in het buitenland als specialist – dat wil zeggen op hetzelfde niveau als dat van de Nederlandse eredivisie - gepresteerd hebben. Daarvan is hier geen sprake.
Een gelijke beslissing neemt het Hof voor een in 1983 geboren voetballer afkomstig uit een Europees (buiten)land. Hij heeft van 15 tot en met 19 september 1999 bij een Nederlandse profclub stage gelopen en op 30 juni 2000 met die club een profcontract gesloten. Hij is op 1 juli 2000 naar Nederland verhuisd. Tot dat tijdstip had hij alleen in jeugdelftallen gespeeld. Ook dat vindt het Hof onvoldoende om hem als specialist aan te merken.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
2 september 2004
Rolnummer
03.02194
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2004:AR1978

Naar de bovenkant van de pagina