Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De guldensteekproef is een door de Belastingdienst vaak gehanteerde controlemethode. Deze methode houdt in, dat de Belastingdienst er van uitgaat dat de fouten die worden aangetroffen in een aantal facturen uit een korte periode met dezelfde frequentie zullen zijn gemaakt bij de overige facturen in die periode. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat deze fouten gedurende het gehele naheffingtijdvak van (meestal) vijf jaar zijn gemaakt. Daardoor kan een eenmalig geconstateerde fout uitmonden in een aanslag zonder dat er fouten door de Belastingdienst daadwerkelijk zijn geconstateerd.
Een uitzendbureau voor Britse werknemers was er in de jaren 1994 tot en met 1996 van uitgegaan dat alle werknemers in het Verenigd Koninkrijk woonden. Dat bleek achteraf niet juist zijn. Een aantal van die werknemers was in Nederland gaan wonen. Aan de hand van een guldensteekproef uitgevoerd op in 1996 belastingvrij verstrekte vergoedingen had de inspecteur een foutenpercentage van 12,68 procent berekend. Daarop had hij de naheffingsaanslagen loonheffing over de jaren 1994 tot en met 1996 gebaseerd. Het Hof had die naheffingsaanslagen juist bevonden. Tegen dit oordeel stelde het uitzendbureau cassatieberoep in.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep op de grond dat het uitzendbureau de bewijslast heeft inzake belastingvrije vergoedingen en niet bewezen heeft dat de door haar verstrekte vergoedingen (volledig) belastingvrij zijn. Advocaat-Generaal Niessen heeft voor een andere benadering bepleit.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1993-1997
Instantie
HR
Datum instantie
14 maart 2008
Rolnummer
39.866
ECLI
ECLI:NL:HR:2008:AU0838
ECLI:NL:PHR:2008:AU0838

Naar de bovenkant van de pagina