Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een BV voert als ondernemer computerapparatuur in en uit. Zij had in de jaren 1998 en 1999 meermalen zaken gekocht van leveranciers in andere lidstaten en doorverkocht aan afnemers in Spanje. Zij had daarbij gebruik gemaakt van haar BTW-identificatienummer. Het betrof ABC-transacties waarin de BV als contractpartij B optrad. Op de facturen had zij melding gemaakt van toepassing van artikel quater, E, derde lid, Zesde richtlijn (de vereenvoudigde ABC-regeling). In haar aangiften 1998 had zij geen melding gemaakt van haar intracommunautaire verwervingen en ook niet van intracommunautaire leveringen. In 1999 had zij dat wel gedaan. Omdat in Spanje geen OB was betaald constateerde de inspecteur belaste intracommunautaire verwervingen waarvoor hij geen teruggaaf en geen aftrek van voordruk verleende. Het Hof had die aftrek wel verleend. Daartegen heeft de Staatssecretaris beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad stelde prejudiciƫle vragen aan het Europese Hof van Justitie. Dit Hof oordeelde dat bij belasting van een intracommunautaire verwerving op basis van het BTW-identificatienummer de daardoor opgeroepen voordruk niet aftrekbaar is.
De Hoge Raad doet de zaak thans conform het arrest van het EHvJ af. Het cassatieberoep van de Staatssecretaris wordt gegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1998 - 1999
Instantie
HR
Datum instantie
22 april 2011
Rolnummer
42.192bis
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BQ2107
bwbid=bwbr0&artikel=15,bwbid=bwbr0&artikel=17b

Naar de bovenkant van de pagina