Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In 1971 hadden twee vennoten een pand gekocht waarvan zij de benedenetage voor de exploitatie van een horecabedrijf hadden bestemd. De benedenetage hebben zij vervolgens voor het bedrijf geschikt gemaakt en van de 1e etage een klein gedeelte als toilet ingericht. Voor het overige was en is het pand bestemd voor bewoning. De woningen zijn bereikbaar via eigen ingangen en niet via de bedrijfsruimte. De vennootschap is ontbonden op 26 juni 1973 en toen is één van de voormalige vennoten enig eigenaar van het pand en het bedrijf geworden. Op de ondernemingsbalansen heeft het pand steeds geheel als een bedrijfsmiddel gestaan en met name is het woongedeelte niet tot het privévermogen gerekend. Er is steeds 2% op de aanschafprijs van het pand afgeschreven. De verbouwingskosten zijn geactiveerd. Bij het Hof was onder meer in geschil of het woongedeelte van het pand tot het privévermogen moet worden gerekend. Het Hof oordeelt dat dat niet het geval is omdat het gehele pand is gekocht (en bijgekocht) in verband met de exploitatie van het horecabedrijf en steeds geheel als ondernemingsvermogen is geactiveerd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
23 september 2005
Rolnummer
04/03114
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3998

Naar de bovenkant van de pagina