Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 1 juli 1994 verplaatst de Pensioen-BV van A haar woonplaats naar de Nederlandse Antillen. Op 28 december 1994 doen A en zijn echtgenote afstand van hun pensioenaanspraken jegens de BV. De inspecteur belast met een navorderingsaanslag de boekwinst van de BV met toepassing van het leerstuk van fraus legis. Het Hof acht de aanslag die de BV op 28 april 2000 bereikt tijdig. Daarvoor neemt het aan dat op 1 juli 1994 geen nieuw boekjaar is aangevangen en van het doen van de aangifte 1994 voor negen maanden uitstel is verleend. Het Hof belast uiteindelijk 90% van de vrijvalwinst. Per 1 juli 1994 was de kans dat A en zijn vrouw afstand zouden doen van hun pensioenrechten 90% en dat behoort nog tot de winst die voor 1 juli 1994 moet worden afgerekend. Het verwerpt de stelling dat voor de navordering een nieuw feit ontbreekt.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
1 oktober 2002
Rolnummer
01.00172

Naar de bovenkant van de pagina