Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een in 1915 geboren vrouw was tot januari 2010 eigenaresse van een appartement. Het betreft een serviceflat waarvoor ze circa 800 euro per maand aan servicekosten betaalde. In januari 2010 is het appartement voor 52.250 euro verkocht aan een belegger en werd het appartement aan de vrouw verhuurd. De waarde van het appartement is per waardepeildatum 1 januari 2007 vastgesteld op 166.000 euro. In de procedure voor de Rechtbank is de waarde aan de hand van een door de heffingsambtenaar overgelegd taxatierapport verminderd tot 150.000 euro. In dat rapport zijn zes referentiepanden vermeld. Deze zijn niet gelegen in een servicecomplex.
Het Hof overweegt dat bij de bepaling van de WOZ-waarde van een serviceflat de waardedrukkende invloed van de verplichting tot het betalen van servicekosten dient te worden weggedacht (vgl. Hoge Raad 23 februari 2000, nr. 34.900). Dit neemt niet weg dat de heffingsambtenaar bij de waardering ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het feit dat aan een serviceflat, gelet op de aard en functie daarvan, een specifiek imago kleeft. Door dit specifieke imago is de “meestbiedende koper” op de markt van serviceflats een andere dan de “meestbiedende koper” op de markt van “gewone” appartementen, waarbij aannemelijk is dat de prijsvorming in belangrijke mate afwijkend is. Gelet hierop is de door de heffingsambtenaar verdedigde waarde te hoog, aldus het Hof.
De door de vrouw verdedigde waarde van 64.000 euro acht het Hof evenmin aannemelijk gemaakt. De koopsom van 52.520 euro kan niet als onderbouwing van deze waarde dienen omdat de woning niet ter verkoop in de vrije markt is aangeboden. De woning is niet aan de meestbiedende koper verkocht maar de vrouw heeft een eenmalig aanbod van de koper geaccepteerd omdat ze van de eigendom van de woning verlost wilde zijn. Het Hof stelt de waarde van de woning in goede justitie vast op 100.000 euro.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2008
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
9 november 2010
Rolnummer
10/00138
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BO6168
,bwbid=bwbr0&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina