Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een concern heeft op 10 november 2000 van een bankconsortium 110.000.000 euro geleend. Daarvoor heeft zich o.a. een door en door gezonde dochtermaatschappij gerant gesteld, die in een fiscale eenheid met haar moeder was opgenomen. In de loop van 2003 is de moeder met een aantal dochters failliet verklaard. In de loop van 2003 zijn de aandelen van de gezonde dochter verkocht, die daardoor per 1 januari 2003 is ontvoegd. Zij is op 11 april 2003 terzake van haar garantstelling voor (hoofdzakelijk) de schuld van haar moeder aangesproken voor 5.191.883 euro en heeft dat bedrag ook betaald.
De Rechtbank oordeelt dat dat bedrag niet van de winst van de ontvoegde dochter kan worden afgetrokken. De garantstelling ten behoeve van (hoofdzakelijk) haar moeder was onzakelijk en daaraan doet niet af dat die heeft plaatsgevonden toen zij nog gevoegd was.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum instantie
5 augustus 2010
Rolnummer
AWB08/1406
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2010:BN3301
bwbid=bwbr0&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina