Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een BV heeft personeel ingeleend van een Limited en dat personeel doorgeleend aan andere bedrijven. De Limited beschikt over ‘verklaringen van betalingsgedrag LB/premie.’
Er wordt niettemin een strafrechtelijk onderzoek naar de Limited ingesteld. Ook vinden boekenonderzoeken plaats naar de afdracht van LB en de voldoening van btw.
Daaruit blijkt o.a. dat de Limited geen LB en premies heeft ingehouden en afgedragen. Er volgen naheffingsaanslagen met toepassing van brutering en het anoniementarief maar die worden niet betaald omdat de Limited failliet wordt verklaard.
De vraag is dan of de Ontvanger de BV aansprakelijk kan stellen voor de door de Limited niet betaalde belasting en premies.
Hof Amsterdam heeft deze vraag bevestigend beantwoord, waarop de BV cassatieberoep instelde.
De BV voert onder andere aan dat het Hof niet heeft beoordeeld of haar aansprakelijkheid dient te worden gematigd omdat zij over een schaduwadministratie m.b.t. de ingeleende werknemers beschikte. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof wel degelijk een dergelijke beoordeling heeft gemaakt, maar dat de BV aldaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat er reden is voor een matiging van de aansprakelijkheid.
Het Hof heeft ook mogen oordelen dat de Ontvanger niet in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel heeft gehandeld door de verklaringen van betalingsgedrag te blijven afgeven, ook al wist hij dat ernstig rekening werd gehouden met de mogelijkheid dat de Limited onjuiste aangiften deed, aldus de Hoge Raad. Het cassatieberoep van de BV wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1999 - 2000
Instantie
HR
Datum instantie
22 maart 2013
Rolnummer
11.05644
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:BZ5048
bwbid=bwbr0&artikel=34

Naar de bovenkant van de pagina