Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een aanbieder van diensten op het terrein van mobiele telecommunicatie (een BV) heeft in verband met haar bedrijfsvoering op het dak van een flatgebouw in de gemeente Hengelo een GSM-zendinstallatie geplaatst die onderdeel uitmaakt van een landelijk dekkend netwerk. Daartoe heeft het bedrijf met de eigenaar van het flatgebouw een huurovereenkomst gesloten voor de duur van 15 jaren met een stilzwijgende verlenging van (telkens) 5 jaren. In geschil is of de zendinstallatie een roerende- of een onroerende zaak is. Het Hof komt tot het oordeel dat er sprake is van een onroerende zaak. Dit oordeel is gebaseerd op de omstandigheid dat de zendinstallatie is verenigd met het flatgebouw. Hengelo heeft daarom voor het tijdvak 2001-2004 voor de GSM-zendinstallatie terecht een WOZ-beschikking afgegeven, aldus het Hof. Tegen dit oordeel stelde de BV cassatieberoep in. Volgens de Hoge Raad geeft het oordeel van het Hof blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Een gebouw of werk is slechts dan duurzaam met de grond verenigd (en dus onroerend), hetzij rechtstreeks hetzij door vereniging met een ander gebouw of werk indien het, mede gelet op de bedoeling van degene door wie of in wiens opdracht het is tot stand gebracht, naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en dit ook naar buiten kenbaar is uit bijzonderheden van aard en inrichting van dat gebouw of werk (HR 6 juni 2003, nr. 36.075 en HR 13 mei 2005, nr. 39.429). Opmerking verdient daarbij dat de wijze waarop het gebouw of werk (technisch) verbonden is met de grond, dan wel met een ander gebouw of werk, één van de aspecten is die in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling of het gebouw of werk naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. De zaak is verwezen. Het verwijzingshof moet met inachtneming van deze door de Hoge Raad geformuleerde criteria uitzoeken of er al dan niet sprake is van een onroerende zaak.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2001-2004
Instantie
HR
Datum instantie
17 november 2006
Rolnummer
41.434
ECLI
ECLI:NL:HR:2006:AZ2377

Naar de bovenkant van de pagina