Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Tegen het einde van 1999 verkocht een vader het door hem in privé gehouden casco van een kantoorpand aan zijn twee kinderen. Zij bleven de koopsom tegen een normale rente schuldig en daarvoor werd het pand hypothecair verbonden. De desbetreffende lening droeg de vader over aan de BV waarvan hij de dga is. Vanaf 2000 huurt de BV het pand. Zowel de voorwaarden van de hypothecaire lening, als die van de huur zijn zakelijk bepaald en ook voor het overige is dat het geval. De inspecteur rekent het pand bij de vaststelling van het inkomen van de kinderen tot het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, maar de Rechtbank ziet geen reden tot toepassing van artikel 3.92, lid 3 van de Wet inkomstenbelasting 2001. De huur is op zichzelf beschouwd niet ongebruikelijk en de familieomstandigheden maken dat niet anders.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum instantie
11 december 2007
Rolnummer
06/3733
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2007:BC0641

Naar de bovenkant van de pagina