Direct naar content gaan

Samenvatting

X, die reclamecampagnes ontwerpt, heeft op 11 juni 1996 fl. 601.466 OB betaald. Dat betrof de OB over de periode 5 juli 1991 tot en met 31 december 1995 waarover hij geen aangifte had gedaan en ook de betalingen achterwege had gelaten. Dat leidt tot een naheffingsaanslag, die een boete bevat van fl. 60.146, en tot een beschikking heffingsrente van fl. 87.171. In cassatie leert de Hoge Raad dat wie niet over een aangiftebiljet beschikt weliswaar niet te laat aangifte kan doen, maar dat zulks niet betekent dat hij zonder aangiftebiljet niet te laat kan betalen. Voorts acht de Hoge Raad de opvatting van X, dat de inspecteur wist dat hij nog OB moest betalen, niet relevant voor beantwoording van de vraag of aan X grove schuld kan worden verweten.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
1991-1995
Instantie
HR
Datum instantie
2 februari 2000
Rolnummer
35.202
ECLI
ECLI:NL:HR:2000:AA4644
bwbr0002320&artikel=67d&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e&lid=1,bwbr0002740&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina