Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een werknemer heeft van zijn dienstbetrekking bij F BV van in totaal 23,25 jaar een groot deel (ruim driekwart) buiten Nederland vervuld op basis van detachering. In het kader van beëindiging van de dienstbetrekking heeft in 1998 uitbetaling plaatsgevonden van het gedeelte van de premievrije aanspraak van het pensioen dat correspondeert met de in het buitenland uitgeoefende dienstjaren. Het pensioenfonds heeft op het uitbetaalde bedrag loonbelasting ingehouden. De werknemer woonde in 1998 en 1999 in het buitenland (Z) en is van mening dat Nederland geen heffingsrecht heeft om de uitkering te belasten. Dat vindt het Hof ook. Het Hof volgt het standpunt van de inspecteur dat artikel 11c, lid 1, letter b Wet LB ertoe leidt dat een afkoop van een gedeelte van een pensioenaanspraak als afkoop van de gehele pensioenaanspraak moet worden aangemerkt. De inspecteur veronderstelt echter ten onrechte dat de uitkering ineens niet onder het pensioenartikel van artikel 18 van het Verdrag valt met exclusieve heffingsbevoegdheid aan de woonstaat (Z). Nederland is dan ook niet toegestaan enige belasting te heffen over de onderhavige uitkering ineens. De werknemer krijgt de teveel ingehouden loonbelasting terug.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
24 augustus 2001
Rolnummer
99.30040

Naar de bovenkant van de pagina