Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bij een inval in een café op 15 april 1997 in het kader van onderzoek naar hard drugs vindt de politie bij een man die in 1997 als uitzendkracht werkzaam is (waarmee hij in dat jaar fl. 17.331 heeft verdiend) aan contanten fl. 24.000 en DM 7.000. In 1994 was bij hem fl. 7.000 aangetroffen toen hij werd aangehouden en in 1996 fl. 25.000. Met betrekking tot de geldmiddelen die bij hem in 1997 zijn aangetroffen verklaren een derde (drugshandelaar?) bij de politie en later ook schriftelijk en de café-eigenaar mondeling respectievelijk dat zij aan de uitzendkracht voor de aankoop van een auto fl. 24.000 en DM 7.000 geleend hebben. Ook bij de eerdere gelegenheden heeft de uitzendkracht telkens verklaard dat het vele geld dat hij bij zich pleegt te hebben bestemd is om een auto te kopen. Het Hof neemt aan dat de uitzendkracht in auto’s handelt en schat de daarmee behaalde winst op fl. 20.000. Ondanks de omkering van de bewijslast brengt het Hof daarmee het inkomen met fl 80.000 terug.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
17 januari 2002
Rolnummer
00.00380

Naar de bovenkant van de pagina