Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De civielrechtelijke verplichting van de gemeente Baarn om geen rechten te heffen doorkruist de bevoegdheid tot het achteraf gaan heffen van precariobelasting. Dit is de kern van deze conclusie van A-G IJzerman.
In deze zaak heeft de Heffingsambtenaar aan een NV aanslagen precariobelasting 2008 en 2009 opgelegd voor het hebben van een netwerk van gasleidingen en elektriciteitskabels onder, op en boven grond van de gemeente. De NV is eigenaar geworden van het netwerk voor gas na koop van de aandelen van (onder meer) de gemeente Baarn in het regionale gasbedrijf in 1991. De NV en de gemeente Baarn hebben in 1991, bij de overdracht van de aandelen, afgesproken dat de gemeente 'geen vergoedingen, retributies, recognities e.d., voor het hebben, c.q. gebruiken van voorwerpen in, op of boven voor openbare dienst bestemd(e) grond en water, c.q. hun in eigendom toebehorende grond en water' vraagt en/of heft van de NV.
Deze afspraak staat eraan in de weg dat de Heffingsambtenaar de onderhavige aanslagen precariobelasting aan de NV kan opleggen, aldus de A-G (vertrouwensbeginsel).
De A-G bevestigt hiermee het oordeel van Hof Amsterdam van 22 november 2011 (nrs. 11/00184 en 11/00185, LJN BU6641).
Voorts bespreekt de A-G de stelling van de gemeente Baarn dat de met de NV gesloten overeenkomst in strijd is met het EU-recht. Deze stelling is echter pas bij het cassatieberoep bij de Hoge Raad ingebracht, maar voor een onderzoek van feitelijke aard is in een cassatiezaak geen plaats, aldus de A-G.
Conclusie: het cassatieberoep van Baarn is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2008 - 2009
Instantie
A-G
Datum instantie
22 maart 2013
Rolnummer
11/05660
ECLI
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7849

Naar de bovenkant van de pagina