Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze zaak heeft de inspecteur met toepassing van de foutenleer 1.328.868 euro bij de FE Holding in de heffing betrokken. Dit bedrag bestaat uit het aansluitingsverschil bij een reserve assurantie eigen risico (RAER). De BV is het daar niet mee eens en gaat in beroep.
In de kern komt het betoog van de FE Holding er op neer dat de RAER een ‘vrije reserve’ is die bij de ontvoeging van een vennootschap uit de FE Holding is mee verhuisd naar de Nederlandse Antillen en, mocht de rechtbank oordelen dat de RAER een ‘gebonden reserve’ is, dat de vrijval met toepassing van de foutenleer in een eerder jaar had moeten plaatsvinden dan waarin de inspecteur de vrijval in de heffing heeft betrokken.
De rechtbank oordeelt echter dat de RAER een ‘gebonden reserve’ is, aan welke vennootschap deze toerekenbaar is en dat de inspecteur met toepassing van de foutenleer een vrijval van 664.434 euro (conform het subsidiaire standpunt van de inspecteur) aan het juiste jaar heeft toegerekend.
Overigens is de RAER bij wet van 22 december 1999 afgeschaft. Het Belastingplan 2000 bevat een overgangsregeling (artikel 70ba Wet IB 1964), inhoudende dat in de boekjaren 2000 tot en met 2009 elk jaar 1/10 deel van de tot 2000 opgebouwde RAER aan de winst wordt toegevoegd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum instantie
7 oktober 2011
Rolnummer
10/4926en10/4927
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2011:BV2645
bwbid=bwbr0&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina