Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In 2005 maakt een BV als gevolg van de vrijval van een herinvesteringsreserve (HIR) een winst van 2.428.130 euro. De daarover betaalde vpb ad 740.580 euro wil de BV “terugverdienen”.
Daartoe wordt een constructie opgezet waarvoor onder meer een nieuwe dochtermaatschappij wordt opgericht die commandite wordt in een CV. De CV maakt in een maand tijd met drie optiecontracten een beoogd verlies van ruim 2,5 miljoen euro. Die optiecontracten zijn overeengekomen met een op de Maagdeneilanden gevestigde CV.
Omdat de dochter met de moeder een fiscale eenheid vormt, wordt het verlies op de winst van de moeder in mindering gebracht en carry back toegepast. In feite heeft de moeder ter zake van het optieverlies echter geen nadeel ondervonden. De aandelen dochtermaatschappij zijn begin 2007 verkocht, waardoor de fiscale eenheid is verbroken. De inspecteur heeft het optieverlies niet in aftrek toegelaten.
De BV heeft in beroep en hoger beroep aangevoerd dat haar geen uitstel voor het indienen van de aangifte is verleend, zodat de aanslag na afloop van de driejaarstermijn van artikel 11, derde lid AWR is opgelegd.
Hof Amsterdam volgt de BV evenals Rechtbank Haarlem niet in dit standpunt.
Volgens het Hof is aannemelijk dat namens de BV door de belastingconsulent met toepassing van de Beconregeling om uitstel voor het doen van aangifte is verzocht en dat tot 1 april 2008 uitstel is verleend. Het Hof ziet geen reden om te veronderstellen dat in het onderhavige geval de gebruikelijk bekendmaking van het verleende uitstel achterwege zou zijn gebleven. De inspecteur kon derhalve gebruik maken van de verlengde aanslagtermijn.
Ten aanzien van het verlies op de optiecontracten oordeelt het Hof dat dit verlies, in de korte periode dat moeder en dochter een fiscale eenheid vormden, niet als resultaat van de fiscale eenheid in aanmerking kan worden genomen. Reden hiervoor is dat met de rechtshandelingen geen ander belang is gediend dan het creëren van een aftrekpost ten behoeve van een belastingplichtige met een HIR-probleem.
De uitspraak van de Rechtbank wordt, met verbetering van de gronden, bevestigd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2006
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
12 december 2013
Rolnummer
12/00735
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:4650
bwbid=bwbr0&artikel=11,bwbid=bwbr0&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina