Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een inwoonster van Sittard-Geleen is in beroep gegaan tegen de vastgestelde WOZ-waarde ad € 433.000 van haar woning met hobbyruimte voor het jaar 2010. Anders dan de inwoonster meent, is de waarde van de woning niet bij uitspraak op bezwaar door de heffingsambtenaar verminderd tot € 426.000. In het kader van een compromis is weliswaar een voorstel gedaan dat de waarde € 426.000 zou bedragen maar hierover is geen overeenstemming bereikt. De waarde is daarom niet ambtshalve verminderd. De heffingsambtenaar maakt volgens het Hof aan de hand van transacties van referentieobjecten aannemelijk dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Het verwerpt het standpunt van de vrouw dat niet mag worden uitgegaan van rond de peildatum 1 januari 2009 tot stand gekomen transacties vanwege een verstoring van de woningmarkt.
Aan de vrouw is voorts als houdster van één hond een aanslag hondenbelasting opgelegd. De vrouw acht de ongelijke behandeling tussen houdsters van een hond ten opzichte van hen die geen houder zijn van een hond in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het Hof geeft haar gelijk. Voor het heffen van een hondenbelasting die is gericht op het verkrijgen van algemene middelen voor de gemeente en waarbij de kosten verbonden aan het hondenbezit voor de gemeente niet van wezenlijke betekenis zijn geweest voor het invoeren van die belasting, ziet het Hof geen objectieve en redelijke grond om de belasting alleen van hondenbezitters te heffen. De Verordening Hondenbelasting is daarom onverbindend wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel. De op die Verordening gebaseerde aanslag wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2010
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
24 januari 2013
Rolnummer
12/00228
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2013:BY9350
bwbid=bwbr0&artikel=226,bwbid=bwbr0&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina