Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(106)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In dit geval hebben de houders van ieder 50% van een moedermaatschappij zich in 2004 hoofdelijk verbonden voor een vordering van 500.000 euro van de Fortisbank op een dochtermaatschappij. Met de dochter gaat het mis en de bank gaat tot aansprakelijkstelling over. Eind 2006 betaalt (de echtgenote van) één van de borgen voor het eerst een bedrag aan Fortisbank te weten 33.500 euro. Deze aandeelhouder wil in 2005 een vordering ad 500.000 euro wegens ter beschikkingstellen van vermogen in het resultaat uit overige werkzaamheden opnemen en deze tot nihil afschijven. Het Hof is echter van oordeel dat ter zake van borgstelling pas van ter beschikking gesteld vermogen kan worden gesproken als en tot het bedrag waarvoor betalingen hebben plaatsgevonden.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2005
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
6 juli 2010
Rolnummer
08/00068
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2010:BN0553
bwbid=bwbr0&artikel=3.152,bwbid=bwbr0&artikel=3.92

Naar de bovenkant van de pagina