Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(3)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een branchevereniging van ondernemers in de schilders- en onderhoudsbranche is op 1 januari 1995 ontstaan uit een fusie tussen A en B. De vereniging is ondernemer voor de omzetbelasting. A en B en later de vereniging hebben ten behoeve van hun leden verzekeringsactiviteiten verricht. Deze activiteiten zijn echter gestaakt waarna de exploitatie van de portefeuille is overgedragen aan een ander bedrijf (de derde) waarmee de branchevereniging een samenwerkingsverband is aangegaan. De eigendom van de assurantieportefeuille is bij de branchevereniging achtergebleven. Voor het ter beschikking stellen van de verzekeringsportefeuille en de ledengegevens ontvangt de branchevereniging provisies van de derde. De vraag is of de branchevereniging hierover omzetbelasting verschuldigd is. Het Hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Er is sprake van een niet met btw belaste overdracht van een algemeenheid van goederen in de zin van artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting. Het feit dat de eigendom van de portefeuille bij de branchevereniging is achtergebleven verhindert dit niet. Voor de toepassing van de overdrachtsregeling is eigendom namelijk geen beslissende factor (vergelijk HvJ EU 10 november 2011, C-444/10 in de zaak Christel Schriever). Daarbij komt dat niet is gesteld of gebleken dat het voor de uitoefening van de in geding zijnde verzekeringsactiviteit noodzakelijk is dat de derde ook eigenaar is van de assurantieportefeuille, aldus het Hof. De door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag van 73.202 euro wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
24 februari 2012
Rolnummer
10/00256
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2012:BX2299
bwbid=bwbr0&artikel=37d

Naar de bovenkant van de pagina