Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De twee firmanten van een assurantiekantoor (echtpaar) hebben in 1990 een bedrijfspand gekocht dat slechts kon worden verkregen met inbegrip van een aan een mevrouw verhuurde bovenwoning. De bovenwoning is tot 1997 aan de mevrouw verhuurd en vervolgens na een verbouwing als twee apart verhuurbare eenheden aan derden. Zowel het bedrijfsgedeelte van het pand als de bovenwoning zijn vanaf de aanschaf tot het ondernemingsvermogen gerekend. Een firmant stelt dat de bovenwoning ten tijde van de aanschaf ervan verplicht privé-vermogen vormde. Hij wenst de bovenwoning in het oudste openstaande jaar (2001) zonder fiscale afrekening naar het privé-vermogen over te brengen. De inspecteur staat dit volgens het Hof ten onrechte niet toe. Gelet op de omstandigheid dat de bovenwoning geen enkele functie ging vervullen in de onderneming en dat de firmant ten tijde van de aanschaf evenmin de bedoeling had de bovenwoning te zijner tijd ten behoeve van zijn onderneming te gebruiken, had hij de bovenwoning tot zijn privé-vermogen dienen te rekenen. Hij is op grond van de foutenleer gerechtigd de bovenwoning in het oudste openstaande jaar (2001) zonder fiscaalrechtelijke gevolgen “over te brengen” naar het privé-vermogen. De omstandigheden dat hij in het verleden met betrekking tot de bovenwoning investeringsaftrek heeft genoten, heeft afgeschreven en de huurpenningen in de winst heeft begrepen doen hieraan niet af.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
13 april 2006
Rolnummer
04/01788
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2006:AW7413

Naar de bovenkant van de pagina