Direct naar content gaan

Samenvatting

De ondernemingsactiviteiten van X BV bestaan uit het exploiteren van in Nederland gelegen onroerende zaken. X BV maakt in 1998 deel uit van een fiscale eenheid met nog drie andere vennootschappen. Een van deze verbonden lichamen heeft op 1 maart 1998 haar feitelijke leiding verplaats naar Aruba. X BV heeft een schuld aan dit lichaam die medio 1998 is ontstaan door het schuldig blijven van de koopsom voor onroerende zaken en tevens verband houdt met de intragroep financiering van andere investeringen door de BV. De aandelen in X BV zijn op 25 juli 2002 overgedragen aan een op Aruba gevestigd Stichting Administratiekantoor. Hierdoor is met betrekking tot X BV de fiscale eenheid verbroken per 1 januari 2002.
Het Hof oordeelt dat in het onderhavige geval sprake is van een geldlening die verband houdt met een aanwending van vermogen door X BV als bedoeld in artikel 10a, lid 2, onderdeel c, van de Wet Vpb zodat in beginsel geen renteaftrek mogelijk is. X BV maakt niet aannemelijk dat aan de geldlening zakelijke overwegingen ten grondslag liggen zodat niet is voldaan aan de tegenbewijsregeling van het derde lid van het wetsartikel. De door X BV in 2002 en 2003 aan het verbonden lichaam betaalde rente is daarom niet aftrekbaar. Het Hof verwerpt het standpunt van X BV dat zij sinds 2002 niet meer in Nederland gevestigd is maar op Aruba en oordeelt voorts dat de BRK en het EG-verdrag niet aan de aftrekbeperking in de weg staan.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2002-2003
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
30 oktober 2009
Rolnummer
AWB08/9
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2009:BL2353
bwbr0002672&artikel=10,bwbr0002672&artikel=10a&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina