Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Compromissoir wordt over de periode 1998 tot en met 1999 van X BV fl. 1.693.424 vennootschapsbelasting plus fl. 514.320 heffings- en invorderingsrente nagevorderd en van de in Zwitserland wonende voormalige enig aandeelhouder C fl. 2.000.000 inkomstenbelasting plus fl. 606.214 heffings- en invorderingsrente. Ten laste van de winst van X BV brengt de inspecteur de heffings- en invorderingsrente ad fl. 514.320. Van de aanslagen plus rente neemt C fl. 3.000.000 voor zijn rekening en X BV het restant. X BV stelt zich daarbij op het standpunt dat C die bij de verkoop van de aandelen het vermogen van X BV had gegarandeerd de gehele navorderingsaanslag Vpb (fl. 1.693. 424) plus renten (fl 514.320) in totaal bedragende fl. 2.207.744 had moeten aanzuiveren en dat zij uit hoofde daarvan een vordering tot dat bedrag op hem had gekregen. Omdat C echter niet meer kon opbrengen dan fl. 3.000.000 voor zijn eigen aanslagen en die van X BV bleef zij met een oninbaar bedrag zitten van fl. 2.207.744 min fl. 393.786 is fl. 1.813.958. Dat bedrag brengt zij ten laste van haar winst, omdat zij de aanzuiveringsverplichting als een kapitaalstorting ziet en de afboeking daarop als een verliespost. Het hof oordeelt echter dat, nu de vordering op C niet tot winst leidt, het verlies daarop niet ten laste van de winst kan komen.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
29 december 2000
Rolnummer
99.0809

Naar de bovenkant van de pagina