Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een belastingplichtige heeft in zijn papieren aangifte IB 2004 ten onrechte ook de AOW-uitkering van zijn echtgenote aangegeven. De inspecteur heeft de aanslag geautomatiseerd overeenkomstig de aangifte opgelegd. De gemachtigde heeft in de bezwaarfase een gecorrigeerd aangiftebiljet ingediend waarin alleen de AOW-uitkering van de belastingplichtige is vermeld en een herrekend bedrag aan buitengewone lasten. De inspecteur heeft de aanslag dienovereenkomstig verminderd. In geschil is of de belastingplichtige recht heeft op een proceskostenvergoeding ter zake van de in de bezwaarprocedure door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Anders dan de Rechtbank staat het Hof de proceskostenvergoeding toe. Volgens het Hof heeft de wijze van afdoening van de aangifte ertoe geleid dat de aanslag op een te hoog bedrag is vastgesteld. De inspecteur had immers kunnen weten dat de belastingplichtige een fout had gemaakt, indien hij gebruik had gemaakt van de gegevens afkomstig van de Sociale Verzekeringsbank. Het instellen van bezwaar is derhalve niet uitsluitend voortgevloeid uit de handelwijze van de belastingplichtige bij de aangifte. Er is sprake van een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid als bedoeld in art. 7:15, lid 2, Awb.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
16 december 2008
Rolnummer
07/00252
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2008:BH0025
bwbid=bwbr0&artikel=7:15,bwbid=bwbr0&artikel=8:75

Naar de bovenkant van de pagina