Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Volgens staatssecretaris Bos heeft het hof ten onrechte beslist dat de inkoopprijzen van een auto-importeur op zakelijke wijze zijn vastgesteld.
X BV is auto-importeur. Haar leiding werd gevoerd door werknemers van de buitenlandse moedermaatschappij Y. Deze zond hen ongevraagd uit naar X BV en betaalde hen deels ook. Uitsluitend met deze werknemers stemde Y haar prijspolitiek af. Zij kon autonoom besluiten nemen over de verrekenprijs van de auto's. X BV onderwierp deze prijzen niet aan een arm's-lenght-toets. De gerealiseerde brutomarge op de importactiviteit is lager dan die van vergelijkbare onafhankelijke auto-importeurs. De resultaten van die activiteit zijn structureel verliesgevend gebleken.
Volgens het hof maakt de inspecteur niet aannemelijk, dat X BV zonder de aandeelhoudersrelatie anders tegenover Y zou zijn opgetreden. In het bijzonder werd niet aannemelijk dat derden, eveneens zonder die relatie, niet bereid zouden zijn geweest de door X BV gehanteerde gedragslijn te accepteren.
Bos heeft cassatie ingesteld, waarin hij stelt dat het hof een te beperkte uitleg hanteert van het begrip onzakelijk handelen. Ook de toetsing aan het arm's-lenght-beginsel zou door het hof onjuist zijn gebeurd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
20 juni 2000
Rolnummer
96.3008

Naar de bovenkant van de pagina