Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(5)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een detailhandelaar in dames- en herenschoenen, die daarnaast groothandelsactiviteiten verricht, heeft geen vast(e) verkooppunt(en), maar verkoopt vanuit zogenaamde vliegende winkels, dat wil zeggen ruimten die voor korte tijd voor de verkoop geschikt zijn. De handelaar vraagt over de tijdvakken januari 2008 tot en met mei 2009 forse bedragen aan OB terug. Omdat tussen de inspecteur en de handelaar onenigheid ontstaat, neemt de inspecteur geen beslissing inzake die teruggaaf. Nadat de handelaar een mislukte poging gedaan had om via een kort geding de gewenste teruggaaf te ontvangen, stelt hij beroep in wegens het niet tijdig beslissen op zijn verzoek om teruggaaf en doet daarbij een beroep op artikel 6:2 onderdeel b Algemene wet bestuursrecht. Daarin is bepaald dat het niet tijdig beslissen (te weten binnen 8 weken) met een besluit wordt gelijkgesteld. Het Hof verklaart de handelaar echter niet-ontvankelijk omdat hij de inspecteur niet voorafgaand aan het beroep formeel in gebreke heeft gesteld. Het Hof doet dit ambtshalve op grond van het arrest van de Hoge Raad van 13 mei 2011, nr. 10.03845 waarin geƫist wordt dat de belastingrechter de ontvankelijkheid van een beroep zelfstandig onderzoekt. Dat uit het gedrag van de handelaar voorafgaand aan het beroep duidelijk moet zijn geworden dat hij vindt dat hem onrecht is aangedaan, kan het ontbreken van de formele ingebrekestelling niet vervangen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2008 - 2009
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
20 maart 2012
Rolnummer
11/00043totenmet11/00058
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2012:BW0442
bwbid=bwbr0&artikel=6:02

Naar de bovenkant van de pagina