Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een ontvangen vergoeding vertegenwoordigt niet vanzelfsprekend een waardevermeerdering van gronden zelf en valt niet onder landbouwvrijstelling. Dat besliste het Hof in geval van A BV die op 13 februari 1989 een overeenkomst met B BV had gesloten inzake de verkoop van grond voor fl. 35 per m², te leveren uiterlijk op 31 december 1996. B BV heeft in december 1995 gebruik gemaakt van haar recht om de overeenkomst te ontbinden. A BV had op dat moment 7 termijnen van fl. 70.000 (fl. 490.000) ontvangen, welk bedrag volgens haar niet belast is in verband met de toepassing van de landbouwvrijstelling. Het Hof ziet dit anders. Het beschouwt het bedrag van fl. 490.000 als een vergoeding voor een door de verkoper gelopen risico enerzijds en een door B BV verkregen recht anderzijds. De verkoper heeft, afgezien van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingen, geen waardestijging van de grond aannemelijk gemaakt, zodat op het genoten voordeel de landbouwvrijstelling niet van toepassing is.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
26 november 2002
Rolnummer
01.00208
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2002:AF1516

Naar de bovenkant van de pagina